Countrylife

23 september 2010 - Dali, China

Hallo iedereen,

Vanuit inmiddels klein-Tibet weer even een berichtje. Sinds de vorige post zijn we terecht gekomen in een geheel ander deel van China, maar daarover later meer.

Na Pingyao vertrok 's avonds onze nachttrein naar Xi'an alwaar het historische Terra-Cotta leger op ons wachtte. Zoals altijd, en iedereen die weleens in een nachttrein is geweest, is de kwaliteit van je slaap toch wel een tikkie minder. Helemaal deze keer toen we erachter kwamen dat ik bij een 3-tal naar mie meurende Chinezen in de coupe moest gaan tukken, terwijl Stephanie in de coupe daarnaast bij een ouderlijk stel olijke Zwitsers en een andere Chinees terechtkwam. Gelukkig sprak de conductrice redelijk Engels en werden de Europeanen en Chinezen per coupe gezet. Hoezo rassenverdeling... Jammergenoeg was de vrouw van het Zwitserse stel van het OSAS-type (zwaarlijvig vanaf de onderkaak naar beneden) en dientengevolge heeft zij die nacht van het oerbos en habitat van de panda minstens de helft omgezaagd met haar oorverdovende gesnurk.

De volgende ochtend, enigszins geradbraakt, 'geland' in Xi'an. Nadat we de spullen gedropt hadden in het overigens superdeluxe hotel (type gouden kranen e.d.) op weg naar het Terra-Cotta leger. In 'De Grote Vriend' (Lonely Planet) gelezen dat er een bus ging vanaf het treinstation. Maar ja, ga maar zoeken! Uiteraard staat het uitsluitend in het Chinees aangegeven, dit om 'de toerist' te verleiden om dan maar met de duurdere taxi te laten gaan; markttechnisch te begrijpen, maar daar gaan wij natuurlijk niet aan meedoen, temeer ook omdat het opgravingsterrein van het aardewerkenpoppetjesleger ongeveer een uur rijden is vanaf de stad. Dolend tussen zwetende buschauffeurs en ronkende diesels van de bussen op een parkeerterrein konden we uiteindelijk door een vriendelijke en redelijk goed Engels sprekende 1e jaars studente naar de bus geleid worden. Je merkt dat met name de jonge generatie wel redelijk Engels spreekt en die van oudere generaties ook echt geen woord spreken.

Het Terra-Cotta leger is zeker het bezoeken waard. Naar Amerikaans voorbeeld hebben de Chinezen er wel een poeha van jewelste omheen gebouwd. Het duurt dan ook serieus een half uur van de ticket-office tot de daadwerkelijke ingang, om onderweg doodgegooid te worden met beeldjes, kraaltjes, kettinkjes, drankjes, echt vossenbont (?) en zelfs een vestiging van SubWay is hier geland. De eerste hal is meteen ook de grootste; als een vliegtuighangar zo groot en onder je zijn enkele honderden beelden van soldaten, paarden en generaals te bewonderen. Het meest bijzondere is dat deze ontdekking pas in de jaren 70 van de 20e eeuw is gedaan door een stel boeren die een waterput wilden slaan, terwijl dit gigantisch staaltje bouwkunst al voor de jaartelling gebouwd is door de eerste echte keizer die China rijk was, Qin Shi Huang. Hij presteerde het om eenheid te krijgen door 1 taal in te voeren, 1 geldeenheid en 1 geschrift. Helaas, wat voor de meeste dictators toch wel geldt, was enige geweldadigheid en mafkezerij hem ook niet vreemd. Hij wilde zo graag macht hebben dat hij enige vorm van oppositie verbood en iedereen die ervan verdacht werd het toch te zijn, die moest het met de dood bekopen. Het is niet geheel duidelijk waarom hij dit leger voor zichzelf liet bouwen, archeologen vermoeden dat hij in het hiernamaals net zo veilig en machtig kon zijn als op aarde.

Later, na terugkomst in Xi'an, namen we een electrische tuktuk naar de moslimwijk. Vanuit het westen zijn de invloeden van de islam ook door Chinezen geadopteerd en nu is er in bijna elke grote Chinese stad een moslimwijk. Bijzonder gezicht om een Chinees met een hoofddoek te zien. Overigens leven niet-moslim en wel-moslim Chinezen hier gebroederlijk niet naast maar doorelkaar. Helaas was de moskee in reparatie en niet te bezichtigen. De kebab-spiesjes smaakten er gelukkig niet minder om.

Een heuse reisdag kondigde zich aan. Vandaag stond de binnenlandse vlucht naar Kunming en de (laatste) nachttreinrit vanaf Kunming naar Dali op ons te wachten. M.a.w. we vertrokken om half 2 uit ons hotel in Xi'an, om pas de volgende ochtend om 8 uur in ons hotel in Dali te zijn, een kleine 2000 km verderop. Buiten dat onze vlucht, met een overigens prima toestel en service, een uurtje vertraging had, verliep de reis goed. En hoewel we nu een zogenaamde 'hard-sleeper-klasse' nachttrein hadden, wat inhoud dat je niet met 4 mensen in een afgesloten coupe zit (soft-sleeper-klasse, als we de 2 ritten hiervoor hadden gehad), maar met 6 in een niet af te sluiten coupe, was de reis prima te doen.

Bij aankomst in Dali ademden we voor het eerst weer smog-vrije lucht sinds de landing in Beijing. De landelijke Yunnan-provincie is daar ook debet aan, gezien dit westelijke gedeelte hiervan de uitlopers zijn van de Himalaya. Dali licht prachtig tussen 2 van deze uitlopers in met het Er Hai meer ertussen op 1900 meter. Het symbool van deze stad, waar de Bai-mensen al eeuwenlang wonen, zijn de 3 pagoda's. Tegen de steile Cang Shan berg van 4000 meter op staan deze torens al sinds de 9e eeuw overeind. Samen met het Boeddhistische klooster wat zich erachter bevindt en de zon die het licht laat breken op de tegen de bergrand aanstuwende wolken, levert dit oogverblindende beelden op.

Gisteren zijn we onder leiding van gids Jim, een licht wouse Chinees/Tibetaan die het certificaat kettingroker overstijgt, naar de lokale marktjes geweest van het Bai-volk en hebben een boottocht gemaakt over het Er Hai meer. De Bai leven vooral van het platteland en laten alles op hun akkers groeien. Machines hebben hun intrede nog maar nauwelijks gedaan en de nu gaande zijde rijstoogst wordt dus ook volledig met de hand gedaan. Met voeten in de modder, rieten hoed op heerlijk in de kokende zon je eigen kostje rijst bijelkaar graaien. Stephanie deed buiten haar eigen wil om ook even een stapje in de modder; de schoenen verkleuren van lichtblauw tot diep bruin: sopsop!

Minder rooskleurig waren sommige verhalen die Jim te vertellen had. Gedurende de Chinese revolutie in de jaren 60 werd alles wat ook maar enigszins met het communisme te maken had afgezworen. Aan de ene kant goed: de 'general store' waar iedereen zijn oogst en vlees en dergelijke naar toe moest brengen welke daarna over elk lid van het dorp verdeeld werd, resulterend in geen marktwerking en slechte motivatie om ook maar iets te presteren (als ik het niet doe, doet mijn buurman het wel) werd buiten werking gesteld, maar aan de andere kant werden de huizen platgeslagen en traditionele bezittingen verbrand. Zelfs nu nog leven de Bai in deze verwoeste woningen, want als ze het restaureren, koopt de regering ze eruit voor een habbekrats en maakt er een museum van. Nu laat de regering wel nieuwe huizen voor deze mensen bouwen, maar deze zijn zo duur dat de Bai mensen zich dit niet kunnen veroorloven.

Gedurende de Revolutie werden ook zoveel mogelijk intellectuelen naar werkkampen gebracht en/of vermoord. We bezochten een zogenaamde 'bare-foot-doctor' in 1 van de dorpjes. Deze man had slechts 1 jaar opleiding medicijnen kunnen volgen, alvorens de Revolutie zijn leermogelijkheden dwarsboomden. Zelfs een protest door lopend (!) naar Beijing te gaan, mocht helaas niet baten. Zodoende werd deze man eigenhandig dokter voor de arme mensen rondom zijn dorp. Immers, de 'echte' dokters waren gedeporteerd. Vooral bevallingen en eenvoudige kwalen oplossen met goedkope medicijnen waren zijn ding. Zijn dokterspraktijk, een bouwval met een paar kasten met potjes met pillen (overigens redelijk moderne medicijnen als anti-epileptica en diverse antibiotica:)) een gammel bed met bloedspetters van bevallingen nog aan de muur, dit alles opgesierd door een ooglampje uit Nederland wat deze dokter ons trots toonde! Zeer bijzonder om te zien. Nu is er wel een nieuw ziekenhuis gebouwd waar de mensen terecht kunnen, dus de mensen die dit zich kunnen veroorloven gaan nu daarheen, alleen de echt arme boertjes uit de bergen komen nog wel eens bij hem.

Vandaag gaan we de Cang Shan berg 'beklimmen' met een beetje hulp van de kabelbaan. Tot de volgende post!

Foto’s

4 Reacties

  1. kirsten:
    23 september 2010
    Hey Jordy en Stephanie,

    Ik begin mezelf echt een vroege vogel te vinden; weer als eerst je blog gelezen... Maar wederom weer een leuk verhaal. Zo te lezen hebben jullie weer aardig wat cultuur gesnoven. Het klinkt allemaal wel gaaf hoor! Grappig om te lezen dat jullie ook in het bezit zijn van dé reisbijbel. Ik heb er toevallig eentje voor m'n verjaardag gehad van mijn ouders maar dan over Indonesie.

    Benieuwd naar jullie volgende avonturen! ;)

    x Kirsten
  2. Sjaak:
    23 september 2010
    Crapman en vrouw,

    Wat een mooi verhaal, en wat een prachige typerende foto's!

    Enjoy!

    x
  3. Marjolein:
    23 september 2010
    Hey!!

    Wederom jaloers... Leuk geschreven weer Jordi! Mooie foto's. Steef loopt er weer gezond en happy bij zo te zien.

    Veel plezier nog x Mark en Marjolein
  4. Moeder B:
    27 september 2010
    hi Jordi & Steph,

    Wat een leuke verhalen, ik zie het allemaal voor me, enne, ik vrees dat er toch een paar nieuwe schoenen gekocht moeten worden........
    dikke kus van jullie moeder B